Commissie Borstlap drukt flexwerk in het nauw

De commissie-Borstlap heeft op 23 januari het rapport "In wat voor land willen wij werken?" opgeleverd. Doel was het kabinet te adviseren over veranderingen op de arbeidsmarkt en de mogelijke gevolgen voor de regelgeving. De commissie komt met een flinke lijst behoorlijk vergaande adviezen. Flexwerk zit in het verdomhoekje en wij vragen ons af: is er nog toekomst voor de zelfstandige?

Het rapport hangt de stelling aan "Economisch komt ons verdienvermogen in het geding" en daar zou flexibele arbeid de veroorzaker van zijn. Dit wordt vervolgens niet onderbouwd of uitgelegd maar er worden wel aanbevelingen gedaan die een groot deel van de zelfstandigen heel hard kunnen treffen. De commissie hanteert in alles het "werknemer, tenzij…" principe. Het lijkt alsof zelfstandig ondernemerschap en flexwerken een kwaad is dat uitgeroeid moet worden. Bescherming van kwetsbare (gedwongen) zelfstandigen is één ding, meer dan een miljoen werkenden hieronder laten lijden is een heel ander ding!

Externe flexibiliteit moet duurder worden

Vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt is flexibele arbeid goedkoper dan vaste aanstellingen. Dit stimuleert werkgevers om vaste medewerkers uit dienst te zetten en ze als zelfstandigen terug te huren; een recept voor schijnzelfstandigheid. De zelfstandigen in dit deel van de arbeidsmarkt hebben over het algemeen een laag inkomen en zijn daarmee niet in staat om te reserveren voor pensioen, arbeidsongeschiktheid of voor perioden wanneer er geen opdracht is. Dit is geen goede zaak en dat hier maatregelen voor nodig zijn, vinden wij logisch.

Het rapport stelt voor vaste arbeid flexibeler te maken door werkgeversbelastingen zoals bij ziekte en ontslag en andere verplichtingen te verminderen. Werkgevers kiezen dan eerder voor hun "interne wendbaarheid binnen duurzame arbeidsrelaties". Meer mensen op vast contract, maar tegelijk ook de interne flexibiliteit verhogen.

Dit kan beschermend werken voor de onderkant van de markt. Echter, alle flexwerkers worden over één kam geschoren ("externe flexibiliteit moet worden afgeremd") en het rapport beveelt dan ook aan om voor alle zelfstandig ondernemers dezelfde maatregelen te treffen.

Aanbevelingen uit het rapport

  • Verplichte basisverzekering voor arbeidsongeschiktheid
  • Afschaffing zelfstandigenaftrek en MKB vrijstelling
  • Beperking tot drie contractsvormen (zelfstandigen, arbeidsovereenkomst en uitzendwerk)
  • Tegengaan van driehoeksverhoudingen (tussenpersonen, payrolling, detachering, uitzenden)

De eerste twee (waarvan de eerste niet perse een slecht idee hoeft te zijn) raken de zelfstandige financieel. De andere twee kunnen het voor veel ondernemers (maar ook voor detacheerders, uitzendbureaus en tussenpersonen!) erg lastig maken om te blijven ondernemen. We lichten beide hieronder toe.

Contractvormen en gezag

Het rapport spreekt van een wildgroei aan contractvormen. Dit wordt niet wenselijk geacht en het voorstel is om het totaal terug te brengen tot drie typen (zogenaamde "rijbanen" genoemd):
  1. overeenkomsten voor zelfstandigen die werken voor eigen rekening en risico;
  2. arbeidsovereenkomsten voor werknemers die voor (on)bepaalde tijd werken in dienst van een werkgever;
  3. uitzendovereenkomsten voor werknemers in dienst van een uitzendbedrijf die tijdelijk werk verrichten dat niet of moeilijk voorzienbaar is.

Helderheid brengen in contractvormen is prima maar het rapport stelt ook: "de contractvorm en de wil van de partijen is niet meer relevant voor de vraag of er sprake is van een werknemer of zelfstandige" en "Het doorslaggevende criterium om werknemers en zelfstandigen van elkaar te onderscheiden is het al dan niet bestaan van gezag".

De beoordeling van gezagsverhoudingen als criterium voor ondernemerschap maakt dat je zelf niet meer bepaalt of je ondernemer bent of niet.

Wie is er straks nog zelfstandig ondernemer als je bedenkt dat een opdrachtgever een opdracht formuleert én betaalt voor de uitvoering door een opdrachtnemer? Er is daardoor altijd een bepaalde mate van gezag aanwezig. De commissie stelt dat het criterium verduidelijkt en gemoderniseerd wordt. Hoe modern of ruim de definitie van gezag zal worden valt te betwijfelen als flexibele arbeid in essentie tegengegaan moet worden.

Driehoeksverhoudingen (payrol, detachering, ed) worden ontmoedigd

Het rapport stelt: "Het gebruikmaken van driehoeksrelaties, zoals payrolling, contracting, detachering of uitzending, waarbij de contractuele werkgever een andere partij is dan de eigenaar of exploitant van de onderneming waarin of waarvoor de werknemer werk verricht, behoeft voortaan een rechtvaardiging. Dit betekent concreet dat in beginsel de feitelijke werkgever van de werknemer ook juridisch de werkgever is. Dat impliceert eveneens dat de daar geldende arbeidsvoorwaarden van toepassing zijn. Concurrentie op loonkosten via driehoeksverhoudingen wordt zo tegengegaan".

Veel zzp’ers werken momenteel bij hun eindklant via een tussenpartij. Dit komt voornamelijk doordat grote opdrachtgevers liever met een klein aantal partners een mantelovereenkomst afsluiten (mede gedreven door aanbestedingsregels), maar ook doordat niet alle zzp’ers hun eigen acquisitie willen doen.

De aanbevelingen stellen dat als je als ICT-specialist via een tussenpersoon een opdracht uitvoert, je dan geen ondernemer meer bent maar werknemer van die tussenpersoon. Je bent dan dus geen ondernemer meer! Alleen als je rechtstreeks voor de eindklant werkt, werk je voor eigen rekening en risico? Hoe bizar!

Conclusie

Schijnzelfstandigheid tegengaan is nodig. Een herziening van de sociale zekerheid, die te lijden heeft onder de jarenlange trek van vast naar flex, is ook nodig. Flexwerk wordt nu echter in zijn geheel als de ondergang van onze economie neergezet. De bakens moeten verzet worden. Jammer dat die bakens zó gezet worden dat flexibele arbeid nagenoeg onmogelijk gemaakt wordt. Wij vragen ons af of juist dat niet enorm schadelijk zal zijn voor onze economie. Waar is de waardering voor en stimulans van (echt!) ondernemerschap?

Gepubliceerd op: 24-1-2020