Regels rond werken als zzp'er worden "toekomstbestendiger"

Volgens de voortgangsbrief zzp van het kabinet heeft de jarenlange groei van het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) naast positieve effecten ook nadelen. Het kabinet heeft een aantal maatregelen aangekondigd om “de balans te herstellen” op het gebied van werken met zelfstandigen en als zelfstandige.

Het streven is om voor komende zomer de plannen ter internetconsultatie voor te leggen. Het uiteindelijke voorstel zou dan begin 2024 in de Tweede Kamer behandeld kunnen worden om vervolgens per 1 januari 2025 te gaan gelden.

Het kabinet zet in op een gelijker speelveld tussen contractvormen, meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer dan wel als zelfstandige en verbetering van handhaving op schijnzelfstandigheid.

Gelijker speelveld

Om een gelijker speelveld tussen werknemers en zelfstandigen te realiseren treft het kabinet de volgende maatregelen:
  1. fiscale maatregelen: de (versnelde) afbouw van de zelfstandigenaftrek en afschaffing van de fiscale oudedagsreserve;
  2. een verder uit te werken verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen;
  3. voortgang rondom de mogelijkheden voor collectief onderhandelen voor zelfstandigen (als gevolg van een Europese verduidelijking hierop);
  4. de versterking van de positie van zelfstandigen in de SER.

Beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden

Het kabinet wil bevorderen dat de wijze van beoordeling van arbeidsrelaties consistent is. Dit biedt bescherming van diegenen die daarop recht hebben, maar ook meer duidelijkheid over de ruimte om te ondernemen aan echte zelfstandigen.

Bij ‘werken in dienst van’ (gezag) kan naast het traditionele geven van instructies en houden van toezicht ook ‘organisatorische inbedding’ in de onderneming bepalend zijn. Ook wil het kabinet het uurtarief mede bepalend laten zijn. Welke tariefgrens gehanteerd wordt, moet nog onderzocht worden.

handhaving schijnzelfstandigheid

Momenteel wordt tegen schijnzelfstandigheid uitsluitend corrigerend opgetreden indien overduidelijk sprake is wel kwaadwillendheid of als de aanwijzing van de Belastingdienst, dat sprake is van een dienstbetrekking, niet wordt opgevolgd. Streven is om op 1 januari 2025 dit zogenaamde handhavingsmoratorium volledig op te heffen. Burgers en bedrijven moeten dan ‘zoveel mogelijk uit zichzelf regels naleven, zonder dwingende en kostbare acties van de zijde van de Belastingdienst.’

Met deze drie pijlers hoopt het kabinet "de balans te herstellen" tussen de inmiddels 1,2 miljoen zelfstandigen en de 5,3 miljoen werkenden met een vaste arbeidsrelatie en 2,7 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie.