Zelfstandigenwet verbetering van Vbar?

Met het wetsvoorstel “Zelfstandigenwet” proberen VVD, D66, CDA en SGP een einde te maken aan de onduidelijkheid en onrust rond de status van zzp’ers die al jaren heerst. Zij pogen een duidelijk toetsingskader voor het werken als zelfstandige te geven.

Volgens de leden Aartsen, Vijlbrief, Van Dijk en Flach is het doel niet dat er méér of minder mensen als zzp’er gaan werken, maar dat er eindelijk wettelijk duidelijkheid ontstaat over de vraag wanneer je nu wel of niet zzp’er bent. Daarnaast moet de wet zorgen voor erkenning voor een grote groep werkenden die graag als zelfstandige actief is en al jarenlang de rechtszekerheid onder hun bestaan mist.

Het toetsingskader van de zelfstandigenwet bestaat uit twee toetsen; de zelfstandigentoets en de werkrelatietoets.

Volgens de zelfstandigentoets is er sprake van zelfstandig ondernemerschap indien de werkende:
  1. arbeid verricht voor eigen rekening en risico;
  2. een deugdelijke administratie voert;
  3. zich in het economisch verkeer als zelfstandig ondernemer gedraagt;
  4. een adequate voorziening heeft getroffen tegen het risico van arbeidsongeschiktheid;
  5. voorzien heeft in een proportionele bijdrage voor een voorziening bij pensionering.

De voorwaarden uit de werkrelatietoets zijn:
  1. Er is sprake van vrijheid van organisatie van werk.
  2. Er is sprake van vrijheid van organisatie van de werktijd.
  3. Er is geen sprake van hiërarchische controle.
  4. De partijen hebben de bedoeling om anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst arbeid te verrichten.

Daarnaast kunnen bepaalde sectoren een rechtsvermoeden van arbeid introduceren in het geval er sprake is van een verhoogd risico op schijnzelfstandigheid (zoals bij maaltijdbezorgers en pakketdiensten).

Positieve basishouding ten opzichte van zzp’ers

Wat wij een verademing vinden is dat de initiatiefnemers geen vijandige basishouding ten opzicht van zzp’ers hebben. Zij erkennen dat er een grote groep werkenden is die simpelweg niet op de traditionele wijze arbeid wil verrichten. Zij willen de wetgeving aan laten sluiten bij de moderne arbeidsmarkt. Doel is niet om het aantal zzp’ers te verminderen, maar om een duidelijk wettelijk toetsingskader te bieden.

Ruimere kaders dan VBAR

Bij de conceptwet Vbar werd pas naar ondernemerskenmerken gekeken indien er op het vlak van de werkrelatie geen duidelijk oordeel geveld kon worden. Binnen de conceptwet “Zelfstandigenwet” maakt de zelfstandigentoets standaard onderdeel uit van de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Dit is een positieve verbetering t.o.v. Vbar. Echter, nog steeds kijkt de zelfstandigenwet naar zaken als “vrijheid van organisatie van werk” en “hiërarchische controle”. Is hier echter niet altijd in bepaalde mate sprake van? Welke opdrachtgever betaalt voor een ingehuurde kracht die zijn eigen zin gaat en volstrekt zonder opdracht werkt?

Beperking vrijheden

De initiatiefwet bepaalt dat zelfstandigen een voorziening tegen inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid en pensionering treffen. “Vrijheid zonder verantwoordelijkheid leidt tot problemen als onderverzekering en het ondergraven van het draagvlak van collectieve regelingen voor bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid of pensioen”. Met deze gedwongen verzekeringen grijpt de Zelfstandigenwet in in ondernemersvrijheden. Zijn zzp’ers niet ondernemer genoeg om deze risico’s op waarde te schatten?

Nog steeds onzekerheid

De initiatiefwet poogt een einde te maken aan onzekerheden. De criteria laten echter nog een hoop ruimte over. De werkende en ververstrekker kunnen de “Commissie Beoordeling Toetsingskader Zelfstandigenwet” inschakelen om een uitspraak te krijgen over de kwalificatie van de overeenkomst. Zo lang er geen uitspraak van deze commissie is, is er nog steeds onzekerheid. Daarnaast kan het oordeel vandaag positief zijn, maar dat wil niet zeggen dat de commissie over twee jaar nog hetzelfde oordeel zal vellen. En wat als de commissie achteraf oordeelt dat sprake is van een arbeidsrelatie, terwijl jij dacht van niet?

Het huidige voorstel vinden wij een verbetering ten opzichte van de Vbar, maar de verplichte verzekeringen én de criteria uit de werkrelatietoets maken dat wij deze wet geen erkenning vinden voor écht zelfstandig ondernemerschap van meer dan een miljoen werkenden in Nederland.