Nieuwe gezagscriteria zzp'ers in werking getreden

Sinds 1 januari gelden er nieuwe gezagscriteria voor de inhuur van zzp'ers. In dit nieuwe beleid wordt een aantal elementen opgesomd die relevant zijn voor de beoordeling van de aanwezigheid van een gezagsverhouding door de Belastingdienst. Het opmerkelijke hierbij is dat dit zonder overleg is gegaan en dat bovendien de afspraken uit het regeerakkoord niet worden nageleefd.

Een bijlage wordt beleid

Zonder overleg in de Tweede Kamer is een notitiebijlage van een Kamerbrief (d.d. 28-11-2018) van minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) ineens beleid geworden per 1-1-2019. Deze nieuwe criteria zorgen naar de mening van Bovib (Branche-organisatie voor intermediairs en brokers) niet voor de beloofde verduidelijking van de term 'gezag'. Integendeel; ze kunnen forse ongewenste gevolgen voor zzp'ers hebben.

In het regeerakkoord is afgesproken dat wettelijk zal worden vastgelegd dat de aanwezigheid van een gezagsverhouding meer getoetst gaat worden op basis van de materiële in plaats van formele omstandigheden. Bovib vind het teleurstellend om te moeten constateren dat het kabinet deze afspraak tot nu toe niet uitvoert en dat in de brief van Koolmees van 26 november dit punt zelfs in het geheel niet wordt aangeroerd.

De Bovib heeft hierover samen met Holla advocaten een brief naar de tweede kamer gestuurd. Daarin roepen ze de Tweede Kamer op om vragen te stellen aan minister Koolmees en staatssecretaris Snel. De Kamer zou moeten aansturen op een zorgvuldig, weloverwogen beleid. Een beleid dat echt zorgt voor meer duidelijkheid op de arbeidsmarkt.

Meer juridische kennis nodig bij opdrachtgever en opdrachtnemer

De beoordeling moet volgens het nieuwe beleid worden gedaan aan de hand van meer dan veertig indicatoren. Dit maakt het voor niet-juridisch onderlegde opdrachtgevers en opdrachtnemers (en dat is de overgrote meerderheid) moeilijk om duidelijkheid te verkrijgen over de aanwezigheid van een gezagsverhouding. Het veronderstelt de aanwezigheid van (juridische-) kennis en kunde om complexe rechtspraak te doorgronden. Van gewone opdrachtgevers en opdrachtnemers kan niet verwacht worden dat zij daarover beschikken. Sommige elementen zijn zo dubbelzinnig dat alleen rechters en andere arbeidsrechtelijke specialisten deze kunnen begrijpen en juist kunnen toepassen.

Duidelijkheid over wanneer er wel en geen gezagsverhouding is, vergemakkelijkt de handhaving door de Belastingdienst en beschermt opdrachtnemers en opdrachtgevers omdat zij hun rechten en plichten beter kunnen overzien. De handhaving wordt binnen dit beleid echter alleen maar complexer.

Oproep aan de tweede kamer

De Bovib pleit voor wetgeving waarin wordt voorzien in een toetsing van een arbeidsrelatie aan een beperkt aantal hoofdcriteria om een wettelijk vermoeden van aan- of afwezigheid van een gezagsverhouding te genereren. Wanneer deze toetsing een vermoeden van het ontbreken van een dienstbetrekking oplevert en achteraf bij een meer uitvoerige toetsing blijkt dat dit vermoeden toch onjuist is, zou dat alleen voor de toekomst gevolgen dienen te hebben en kunnen er niet met terugwerkende kracht naheffingen en boetes worden opgelegd.

De huidig ingeslagen weg biedt geen helderheid voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Het tegendeel is zelfs waar: de complexiteit zorgt voor een ongelijk speelveld tussen diegenen mét en zonder diepgaande juridische kennis, met name over arbeidsrecht.

De Bovib roept de Tweede Kamer daarom op om alsnog haar invloed te gebruiken en bij het Kabinet aan te sturen op een zorgvuldig en weloverwogen beleid dat resulteert in duidelijkheid voor opdrachtnemers én opdrachtgevers.

Gepubliceerd op: 22-1-2019